Centraal staat de bewering van hoofdinspecteur Harry Paul van de VROM-inspectie, die de toenemende behoefte aan toezicht verbindt met de stelling dat Nederland steeds meer risico's uitgebannen wil zien.
Schaberg vindt deze stelling onjuist. Kort gezegd omdat allereerst het toezicht zijn eigen vraag genereert. Ten tweede omdat meer toezichthouders juist de woede en het onbegrip bij de bevolking vergroten wanneer er desondanks (al dat toezicht) dingen fout gaan.
Feit is dat het overheidstoezicht op het bedrijfsleven in de afgelopen tien jaar bijna is verdrievoudigd. Dat komt enerzijds door de groei bij bestaande toezichthouders door het toevoegen van nieuwe toezichtstaken. Anderzijds komt het door het in het leven roepen van nieuwe handhavers, zoals de Nederlandse Zorgautoriteit, de Consumentenautoriteit en de Nederlandse emissieautoriteit. Wie de term "autoriteit' Googled ziet inderdaad een verbijsterende hoeveelheid autoriteiten opdoemen.
Toch gaat het te ver om daar de toezichtssector de schuld van te geven. Het is immers de politiek die bepaalt of er toezicht komt en in welke mate.
De politieke vraag bepaalt hiermee wel degelijk het toezichtsaanbod.
Diezelfde overheid roept enigzins hypocriet dat de toezichtslast moet verminderen, maar bedenkt tegelijkertijd steeds meer toezichtstaken.
Kortom: Het bakmeel rijst wel, maar niet van zichzelf. De overheid voegt hier zelf rijkelijk het gist toe en niet de toezichtssector.
Schaberg gaat overigens niet in op de vraag of toezicht nu daadwerkelijk loont. Dat is jammer want dat is wel degelijk het geval.
In een interessante studie waarin 22 landen onder de loupe zijn genomen, hebben Daouk, Lee en Ng dat toch geprobeerd. Hun conclusie is dat betere regulering en toezicht leidt tot lagere kosten voor het verkrijgen van eigen vermogen, betere liquiditeit in de markt en betere prijsvorming. Belangrijke factoren daarbij zijn de aanwezigheid van een goed ontwikkeld effectenrecht, goed onafhankelijk toezicht en goede rapportagestandaarden (gebruik van internationale boekhoudregels en controle door accountants). Daarmee is in ieder geval de vraag positief beantwoord of toezicht loont.
Een ander aspect dat Schaberg niet behandelt is het morele risico dat het het publiek ten onrecht veel te veel van het toezicht verwacht omdat het niet goed weet wat dat inhoudt. Dat blijkt weer overduidelijk uit een recent onderzoek van de Nederlandsche Bank. De kennis over toezicht bij het publiek vertoont veel hiaten. Ook de verwachtingen ten aanzien van het toezicht bij het publiek zijn merendeels onrealistisch.
Kortom de consument weet helemaal niet aan welke risico's je bent blootgesteld ondanks het toezicht.
De redenering van Schaberg dat meer inspecties en toezicht de woede en het onbegrip bij de bevolking vergroten wanneer er ondanks het toezicht fout gaan is in dit licht bezien goed te begrijpen. De schuld ligt dan echter niet bij de toezichtouders maar bij de consument zelf.
Tel daar bij op dat de gemiddelde consument bijvoorbeeld uitermate slecht op de hoogte is van geldzaken en dan al snel geneigd is de toezichthouder de schuld te geven. Dat is makkelijker dan eigen onkunde te bekennen. Een voorbeeld hiervan is het verbijsterende gemak waarmee beleggers nog steeds ingaan op dubieuze beleggingsvoorstellen met een inleg boven de 50.000 euro. Men zou toch inmiddels wel moeten weten dat de voorgesteld hoge vergoedingen onrealistisch zijn. Men zou ook moeten weten dat dergelijke beleggingsinstellingen buiten het toezicht van de Autoriteit Financiƫle Martken vallen.
Palm Invest. Golden Sun, Royal; Dubai e.d. hadden toch een teken aan de wand moeten zijn.
Blijkbaar is de consument een "doezelende kikker' zoals Erica Verdegaal al eens stelde in het NRC Handeslblad. Zij geeft als voorbeeld de woekerpolis-affaire waar de beleggers een schade van 150 miljard hebben geleden. De geboden compensatie is slechts 2.5 miljard euro en daar neemt men zonder morren genoegen mee. Bovendien doet 95% van de gedupeerden niet mee aan de acties om schadeloosstelling te krijgen.
Met zulke toezichtsklanten kan je niet verwachten dat ze ooit tevreden zijn met je werk. Sterker nog, ze zorgen daarnaast nog voor alleen maar meer werk omdat ze zelf niet opletten.
Daarom is de prijs van toezicht zo hoog, de consument wentelt eigen toezicht en nadenken af naar de overheid.
Het toezicht creeert de vraag niet, maar de consument zelf. Dat verklaart de oprukkende legers van autoriteiten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten