ABN AMRO heeft deze werknemers als ‘key talents’ gevraagd te blijven gedurende een periode van overname door een consortium van banken. Daarbij is toegezegd dat de werknemers bij een eventueel later vertrek aanspraak konden maken op een beëindigingsvergoeding op basis van het op dat moment geldende beleid.
Later heeft de bank deze toezeggingen ingetrokken. De redenen hiervoor waren:
- de kredietcrisis waardoor ABN Amro in zwaar weer terecht kwam en de resultaten zwaar onder druk kwamen;
- de veranderende maatschappelijke opvatting over veel te hoge bonussen en afvloeiingsregelingen, die volgens velen mede de oorzaak waren van de kredietcrisis
- de verleende staatssteun, waardoor de overheid grootaandeelhouder werd. Door de toenemende maatschappelijke druk werd de minister van Financiën gedwongen het beloningsbeleid bij de bank te versoberen.
Daarbij stelt het Hof ook dat de bank een grote organisatie is, waarvan daarbij behorende maatschappelijke verantwoordelijkheid verwacht mag worden.
Kortom: afspraak is afspraak en de bank dient de gedane toezeggingen na te komen.
Meer details over de zaak zijn te vinden op de LJ Nummers: BN8425; BN8464; BN8468.
Naar mijn mening een juiste uitspraak, ook al zullen velen het hiermee niet eens zijn.
Ook ik vind dat er wel degelijk aanleiding is om het beloningsbeleid in de financiële sector aan te scherpen. In dit geval echter hoeven de individuele werknemers daaronder niet te lijden en hebben ze gewoon recht op wat hen is beloofd. Bovendien waren er al verschillende werknemers vertrokken met een dergelijke vergoeding, op basis van het oude beleid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten