Vorig jaar schreef Andrew Haldane, een van de directeuren van de Centrale Bank van Engeland, een artikel over het toenemende ongeduld van de belegger.
Op 11 mei j.l. kwam hij op dit onderwerp terug bij een lezing in Brussel.
In deze lezing, met als titel "The Short long' merkt hij op dat er weinig studie is gedaan naar de korte termijn instelling op de kapitaalmarkten. Hij argumenteert, op basis van eigen empirisch onderzoek, dat de korte-termijn optiek statistisch en economisch belangrijk is op de kapitaalmarkten en deze significant toeneemt. Hij vindt dat een falen van de markt en is van mening dat er wat aan gedaan moet worden, omdat anders de noodzakelijke lange-termijn (infrastructurele) investeringen achterwege zouden blijven.
Als iemand met een dergelijke functie dit soort meningen neerlegt denk je toch wel even: dat is serieus.
Er wordt een uitgebreide statistische analyse aangedragen om zijn betoog te onderbouwen. Dat is ook niet zo moeilijk als je een hele staf personeel tot je beschikking hebt. Het is dan ook aardig van Andrew om alle medewerkers aan deze studie, met naam en toenaam te vermelden en te bedanken.
Desondanks ben ik niet zo overtuigd van de juistheid van de conclusies uit deze studie. De belangrijkste is wel dat beleggers de voorkeur geven aan beleggingen met een steeds kortere terugverdientijd, ofwel Netto Contante Waarde. Dat wordt aangetoond door een empirische studie van het gedrag van beleggers op de aandelenmarkten. Inderdaad blijkt daaruit dat beleggers zicht steeds meer op de korte termijn richten.
Een van de tekenen hiervoor is ook de steeds kortere termijn dat beleggers in aandelen hun aandelen in portefeuille houden. Was dat in de jaren rond 1940 nog 7 jaar, het is nu gedaald tot rond de 7 maanden.
Bijgaande grafiek laat de trend goed zien:
Nu valt er op deze constateringen van Haldane weinig aan te merken. Hij is ook niet de enige die tot deze vaststelling komt. Eerder al heb ikzelf in een artikel in de Holland Management Review in 2009 al betoogd dat de lange termijn aandeelhouder niet meer bestaat. Maar ook bijvoorbeeld Yvan Allaire heeft al eerder gewezen op dit fenomeen.
De strekking van deze beide artikelen lag veeleer in de vraag of je de korte-termijn aandeelhouder dezelfde rechten moet geven als de lange termijn aandeelhouder.
De vraag die hier echter wordt gesteld is of dit nu daadwerkelijk een bedreiging is voor het ter beschikking houden van voldoende middelen voor lange termijn investeringen.
Haldane meent van wel, maar dat waag ik te betwijfelen.
Als hij gelijk heeft zou er al geruime geen tijd geen geld meer via aandelen-emissies ter beschikking worden gesteld aan ondernemingen die daarmee lange-termijn investeringen willen doen.
Dat laatste is beslist niet het geval, er worden nog steeds electriciteitscentrales, boorplatforms, containerschepen, tolwegen, e.d.gebouwd. Kapitaal daarvoor verkrijgen is geen enkel probleem, ook al zijn dat lange-termijn investeringen.
Ik denk dat Haldane een verkeerde relatie legt tussen korte-termijn gedrag van de belegger en de manier waarop dat geldt uiteindelijk wordt geïnvesteerd.
Bij een beursgang of emissie wordt in de prospectus nadrukkelijk gemeld wat de onderneming met dat geld wil doen, wat de verwachte opbrengsten zijn en de risico's. Op basis daarvan kopen beleggers deze aandelen en ontvangt de onderneming het benodigde geld.
Daarna gaat het spel op beurs beginnen en ontstaat de handel in de nieuwe aandelen. Dat de oorspronkelijke kopers de aandelen steeds korter houden is geen enkel probleem, want de onderneming heeft de opbrengst van de emissie al binnen. Wat aandeelhouders daarna met hun aandelen doen raakt de onderneming niet direct.
Zoals Jan Maarten Slagter terecht betoogt doet de beurs als handelsplatform zijn werk goed en geeft een hoge liquiditeit en omloopsnelheid de beleggers vertrouwen.
Dat de aandelen daarbij steeds vaker van eigenaar verwisselen doet niet af aan het feit dat ondernemingen nog steeds een beroep kunnen doen op de kapitaalmarkt om eigen vermogen te verkrijgen voor hun bedrijfsactiviteiten.
Of beleggers huiverig zijn voor ondernemingen die pas op de langere termijn renderen uit zich dan wel in de emissiekoers, en/of in de bereidheid om de aandelen te kopen.
Tot nu toe is er geen enkel teken waar te nemen beleggers afzien van het kopen van aandelen die pas na een enkele jaren winst gaan leveren.
Ik denk dat Andrew Haldane de steeds kortere omloopsnelheid van aandelen verwart met het vermogen van ondernemingen om kapitaal aan te trekken voor nieuwe investeringen.
Je mag het eigenlijk niet zeggen, maar Andrew, naar mijn mening vergelijk je appelen met peren.
Kun je niet beter als centrale bankier waken over de waarde van het Engelse pond en het economische beleid aldaar?
Door de enorme economische bezuinigingen van de huidige Engelse regering wordt de economische groei aldaar volledig afgeknepen.
Dat merkwaardige korte-termijn beleid van de regering lijkt me belangrijker om te bestuderen dan de vermeende effecten van het korte-termijn beleggen van aandeelhouders.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten