Vandaag werd bekend dat de VEB) accountantsmaatschappij Deloitte dagvaardt vanwege het ten onrechte afgeven van goedkeurende verklaringen op de jaarrekeningen van Koninklijke Ahold nv in de jaren voorafgaand aan de boekhoudfraude in 2003.
Volgens het persbericht heeft "het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBB) Deloitte accountant John van den Dries al in 2008 berispt voor de gebrekkige controle bij Ahold.
Het CBB kwam in deze tuchtprocedure tot het eindoordeel dat ‘de accountant ernstig is tekortgeschoten en blijk heeft gegeven van een grote mate van passiviteit ten opzichte van wat hem werd aangeleverd."
Ik heb in het Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie in 2010 een uitgebreid vaktechnisch artikel geschreven over deze zaak met als titel "Tuchtprocedure SOBI / Deloitte: Een merkwaardige uitspraak."
Mijn conclusie was:
Blijkbaar is de uitspraak van het CBB de basis voor deze civiele procedure. Dat kan een interessante zaak worden, want de uitspraak van de tuchtrechter zal opnieuw door de civiele rechter moeten worden getoetst."De controle van US Foodservice is naar mijn mening vaktechnisch volkomen adequaat uitgevoerd en van passiviteit bij de groepsaccountant is aantoonbaar geen sprake. Het is jammer dat er in deze zaak geen hoger beroep mogelijk is en dat we het met deze curieuze uitspraak zullen moeten doen."
Het is daarbij niet
zonder meer aannemelijk dat de burgerlijke rechter bij zijn beoordeling of de
accountant jegens derden aansprakelijk is, betekenis zal toekennen aan het
oordeel van de tuchtrechter. Dit omdat het tuchtrecht, aldus de Hoge Raad, een
ander doel dient, waarvoor andere normen en andere maatstaven gelden. Een
negatief oordeel van de tuchtrechter zal de civiele rechter echter wel bij zijn
oordeel betrekken bij het vaststellen dat er sprake is van wanprestatie of
onrechtmatige daad.
Voor een succesvolle
schadeclaim is echter meer nodig. Zo dient de schade te worden bewezen en moet
het oorzakelijke verband tussen de schade en het onzorgvuldig handelen van de
accountant worden aangetoond.
Dat er schade is
geleden is wel duidelijk. Dat deze voor een groot deel is veroorzaakt door de
fraude bij USF is evenzeer bewijsbaar. De vraag wordt dan of er een oorzakelijk
verband bestaat tussen het handelen van de accountant en de schade.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten