zondag 9 maart 2014

Advies ondernemingsraad (OR) bij topsalarissen?

Vanuit het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verscheen vandaag het volgende bericht:
"Grote bedrijven, met 50 werknemers of meer, moeten straks verantwoording afleggen over wat de top verdient ten opzichte van gewone werknemers. Ze worden verplicht de verhouding tussen het salaris van de top en de gewone werknemer voor te leggen aan de ondernemingsraad (OR). Dit wordt wettelijk vastgelegd en moet leiden tot meer openheid en discussie binnen een onderneming over de soms scheve verhoudingen binnen een bedrijf. De ministerraad heeft hiermee ingestemd op voorstel van minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid."
De reden hiervoor is dat in de afgelopen jaren van economische crisis de beloningen van sommige topbestuurders hard zijn gestegen terwijl de beloning van gewone werknemers daarbij achter bleef.
Minister Asscher verwacht dat dit tot meer discussie en openheid zal leiden over de soms scheve verhoudingen in een bedrijf.
Op de website van BNR staat te lezen:
"Asscher vindt het onbegrijpelijk dat inkomens van bestuurders aan de top van het bedrijfsleven de laatste jaren soms fors zijn verhoogd, terwijl de werkloosheid hoog is en de lonen maar matig stijgen. Volgens hem zou het topbestuurders sieren als hun beloning gelijke tred zou houden met die van de rest van de werknemers."
Ook dit is weer een fraai voorbeeld van het reageren op enkele incidenten en dan vervolgens een algemene maatregel voor iedereen opstellen. In de internationale en nationale politiek is er de laatste tijd voortdurend gerommel over de topinkomens van bestuurders in de (semi) publieke en private sector.
Denk bijvoorbeeld aan het Amerikaanse voorstel om de salarisverhoging tussen de CEO en de werknemers in het jaarverslag op te nemen. Of het Zwitserse referendum over de "baas:koelie" ratio van 1:12.
In eigen land is er een maatregel op komst om de topinkomens in de semi-publieke sector terug te brengen tot het niveau van een ministersalaris (nu 130%).

Deze nieuwe maatregel is volgens het kabinet bedoeld om een eind te maken aan de "fors verhoogde" inkomens van bestuurders aan de top van het bedrijfsleven.
Een bewering die overigens niet strookt met de werkelijkheid.
Volgens een onderzoek van de Volkskrant  zijn de salarissen in 2012 met 6% gestegen, na drie jaar van daling. Dat komt door de stelselmatig verhoging van het vaste salaris van de topbestuurders van de 134 grootste bedrijven.
Bedenk wel dat deze verschuiving vooral is ingegeven door de gedachte dat het niet meer maatschappelijk geaccepteerd wordt dat een veel te grote variabele prestatiebeloning wordt uitgekeerd. Vandaar dat men minder variabel en meer vast salaris uitkeert.
De minister heeft gelijk dat de stijging van 6% meer is dan de gemiddeld 1.8% die gewone werknemers er bij kregen. Het is echter onjuist om te beweren dat de inkomens de laatste jaren fors zijn verhoogd., zoveel is 6% na drie jaar daling nu ook weer niet.

Ten tweede gaat het hier maar om een zeer beperkte groep, de bestuurders van de 134 grootste ondernemingen. Om op basis daarvan met een maatregel te komen die alle bestuurders treft van middelgrote tot grote ondernemingen gaat mij veel te ver.

Wat betekent nu eigenlijk de verhouding tussen de salarissen aan de top en de beloning van de gewone werknemers voor te leggen aan de OR?
Betekent dit ook dat de bestuurders verantwoording moeten afleggen aan de OR. De tekst van het persbericht is niet echt duidelijk.
De OR heeft recht van advies, informatierechten, recht van instemming en spreekrecht op de AVA.

De Wet Ondernemingsraden (WOR) kent aan de ondernemingsraad het recht van advies toe over vrijwel alle strategische besluiten, waaronder fusies, overnames, reorganisaties, (des)investeringen en aantrekken of verstrekken van kredieten (art. 25 WOR).

Artikel 27 WOR bepaalt dat instemming (recht van instemming) van de ondernemingsraad nodig is bij voorgenomen besluiten tot invoering, wijziging of intrekking van bepaalde regelingen op het gebied van het sociale beleid in de onderneming. Het gaat dan onder meer om een werktijd- of vakantieregeling, een belonings- of functiewaarderingssysteem, een regeling op het gebied van de veiligheid, gezondheid of welzijn in verband met de arbeid, een regeling op het gebied van het aanstellings-, ontslag- of bevorderingsbeleid, een regeling op het gebied van personeelsbeoordeling en een regeling op het gebied van werkoverleg.

De ondernemingsraad krijgt een spreekrecht ten aanzien van:
•          de goedkeuring van belangrijke bestuursbesluiten (artikel 2:107a BW);
•          de benoeming, de schorsing en het ontslag van bestuurders en commissarissen (artikel 2:134a en 2:144a BW);
•          het algemene bezoldigingsbeleid van de vennootschap (artikel 2:135 lid 2 BW).

Wat het kabinet nu wil is niet duidelijk, krijgt de OR recht van advies of recht van instemming?
Wie het weet mag het zeggen, want een wetsvoorstel is er nog niet.
Wat men ook beslist, in beide gevallen betreft de beloning van de directie een zaak waar de werknemers of de OR niet over meebeslist  De beloning van bestuurders is een zaak van aandeelhouders en commissarissen. Een nadrukkelijke rol van de OR hierbij zou dit systeem en de bestaande machtsverhoudingen ernstig aantasten.
In de huidige regeling is het spreekrecht in de aandeelhoudersvergadering ook al een middel waarbij werknemers kunnen laten merken wat zij van de beloning van de top vinden.

Een volgende kanttekening is dat men maar voor een zeer beperkte populatie van ondernemingen gaat. Het klinkt wel heel mooi als men stoer zegt dat men de scheve verhoudingen de beloning wil aanpakken, maar de werkelijkheid is anders. 
Boven de 50 werknemers heeft 40% van het MKB een OR, 26% heeft een personeels- vertegenwoordiging en 34% geeft aan geen ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging te hebben (onderzoek MKB door Panteia, 2013).
Met andere woorden men raakt wet dit voorstel maar een uiterst beperkte groep ondernemingen en voornamelijk de grote beursgenoteerde ondernemingen.
In die kring zal men bepaald niet blij zijn met deze ongebruikelijke regeling, want dat kan betekenen dat men een beursnotering in Nederland niet echt als aantrekkelijk zal beschouwen. Ons land loopt met deze regeling weer voorop in internationaal verband en dat is voor het aantrekken van nieuwe hoofdkantoren niet echt een mooie propositie.

Een laatste kanttekening is dat mij niet duidelijk is wat de bijdrage van deze nieuwe wetgeving zal zijn op het beter functioneren van het bestuur van ondernemingen. Dat is en blijft voor mij de ultieme toets voor elk nieuw voorstel op het gebied van corporate governance.
Ik voorzie alleen maar een hoop gedonder in het overleg met de OR als men daar als bestuur en commissarissen een discussie moet voeren over het beloningsbeleid met een partij die daar in de huidige wetgeving niet over gaat.

Dan nog even de koppeling naar een mogelijk besluit van de Europese Commissie, waarnaar het persbericht verwijst.
"Het kabinet verwacht dat de Europese Commissie binnenkort met een voorstel komt om het beloningsbeleid en de individuele beloning van bestuurders transparanter te maken."
Blijkbaar is dat voor het kabinet een extra reden om met dit nieuwe voorstel te komen. Volgens de Financial Times komt Michel Barnier volgende maand inderdaad met een nieuw voorstel. Dat komt er echter op neer dat de aandeelhouders de verhouding tussen de salarissen van de top en die van de gewone medewerker gaan bepalen (zie de voorstellen van 2012).
Los van het feit dat het kabinet een totaal andere invulling geeft (Ondernemingsraad i.p.v. aandeelhouders), is dit nog geen reden om als land weer voorop te gaan lopen op andere landen op een komend wetsvoorstel dat nog lang niet is aangenomen.

Conclusie
Het is en blijft een vreemd besluit van het kabinet.
Het is niet echt nodig en het legt een bevoegdheid bij de OR die daar eigenlijk niet hoort in het huidige systeem van corporate governance.
Vreemder nog is het dat het kabinet de openbaarmaking  "baas:koelie" uit de Amerikaanse wetgeving overneemt en bovendien daar de OR over wil laten "meepraten." Daarmee lopen we ver voorop in vergelijking met de rest van de wereld.
Ik zeg bewust "meepraten" want het is niet bekend wat de bevoegdheden van de OR nu gaan worden.
Vreemd is ook dat niet expliciet wordt gemaakt op welke manier die verhouding tussen het salaris van de top en de gewone werknemer moet worden berekend.

Kortom, als het kabinet inkomenspolitiek wil bedrijven doe dat dan via de belastingen en niet via een oneigenlijk orgaan als de OR.
Tenslotte nog dit.
Zou de timing van dit besluit ook niet iets te maken kunnen hebben met de politieke agenda?
Binnenkort zijn er gemeenteraadsverkiezingen en dan is zo'n stoer besluit natuurlijk altijd leuk voor de Partij van de Arbeid.
Opvallend is wel dat het besluit tot nu toe weinig aandacht heeft gekregen in de publiciteit.
Dat is maar goed ook, want het ideaal van de socialistische heilstaat moet geen enkele rol spelen bij de verkiezingen van de gemeenteraad.

De gemeentes hebben wel andere zorgen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten