zondag 24 januari 2016

En daar ging Van Gaal

Voor alle duidelijkheid: deze bijdrage gaat niet over Louis van Gaal maar over Annemarie van Gaal.
Op vrijdag 15 januari 2016 publiceerde de Staatscourant dat de zakenvrouw op haar eigen verzoek sinds 1 januari geen lid meer is van de raad van toezicht van de Autoriteit Financiële Markten (AFM).
Opvallend is dat de AFM zelf daarover in alle toonaarden zwijgt en geen verdere toelichting geeft.
Daardoor werd het opstappen voor voor speculatie en dat is geen goede zaak.
In de media werden allerlei verschillende mogelijke verklaringen geven voor haar aftreden.

Van Gaal kwam eerder in opspraak door betaalde toespraken die ze bij ING en Rabobank gaf. Ze ontkent dat deze aanleiding waren voor haar aftreden, want die waren vooraf goedgekeurd.
Enigszins vreemd daarbij is dat Minister Dijsselbloem van Financiën, die eindverantwoordelijk is voor de gang van zaken bij de AFM, later tegenover RTL-Z zei dat 'de AFM nevenactiviteiten beperkt op gebieden waar Van Gaal juist graag wel actief in wil blijven.
Uiteindelijk heeft zij besloten dat ze die toch belangrijker vindt. Het is zoals het is', aldus de bewindsman.
Tegenover het Financieele Dagblad (FD) laat Van Gaal weten:
"dat de toelichting van de minister onjuist is. 'Ik heb alles opgegeven wat ik moest opgeven voor ik bij de AFM begon, en verder heb ik geen nevenactiviteiten op enkele commissariaten na. Er is dus niets meer wat ik zou kunnen of moeten opgeven."
Wie het weet mag het zeggen en ik waag me in dit weblog niet aan speculaties over dit specifieke geval.

Bijbanen?
Een feit is wel dat de AFM eind 2014 in opspraak kwam door ongewenste nevenactiviteiten van een lid en de voorzitter van de raad van toezicht. Dat was toen aanleiding om de richtlijn aan te scherpen en ook dat bijna de gehele raad van toezicht opstapte.

In de nieuwe richtlijn mogen er geen bijbanen worden genomen bij instellingen of ondernemingen die onder toezicht staan van de AFM. Ook moesten bijbanen of opdrachten vooraf worden gemeld en beoordeeld door de voorzitter van de Raad van Toezicht.
Ik merk daarbij op dat er op de website van de AFM door mij niets te vinden is over deze nieuwe richtlijn.Het kan aan mij liggen, maar ik vind het wel vreemd. Waarom niet transparant hierover?

Wel is het zo dat je als bestuurder en commissaris bij een toezichthouder nu eenmaal in een glazen huis leeft en je moet voorkomen dat je onderwerp van gesprek wordt. Daarbij is het vooral van belang dat een gevoel van afhankelijkheid van onder toezicht gestelden wordt voorkomen en daarbij wordt nu eenmaal een zekere terughoudendheid gevraagd.
In het FD zegt mevrouw van Gaal hierover:
 "dat de functie van interne toezichthouder 'lastig te combineren' is met het voeling houden met wat er speelt in de samenleving."
Ikzelf denk dat hierin de belangrijkste reden ligt voor haar vertrek. Je kunt naast het lid zijn van de raad van toezicht bij de AFM bijna niets anders meer doen.

Wie de lijst van nevenfuncties van de raad van toezicht bekijkt ziet dat het veelal gaat om toezichthoudende functies in de semi-publieke sector.
Als voorbeeld gaat het om functies bij de VO-raad, Stichting jongeren op gezond gewicht, het Nationaal Ballet fonds, Stichting Almeerse Theaters, Rode Kruis Ziekenhuis, Zorg van de Zaak Netwerk, Zorggroep West-Alblasserwaard en het Diaconessenhuis.
Oneerbiedig gezegd gaat het allemaal om bijbanen met een maatschappelijk belang en niet om het commerciële gewin. Veelal gaat het om functies die relatief zeer laag belonen t.o.v. een commissariaat in het bedrijfsleven.

Bedenk daarbij ook dat je van de beloning als toezichthouder bij de AFM niet al te veel mag verwachten. Gemiddeld genomen krijg je ongeveer 25.000 euro bruto als toezichthouder (zie jaarverslag 2014).
In verhouding tot het bedrijfsleven is dat laag. Een commissaris bij de ING ontvangt bijvoorbeeld rond de 45.000 euro, maar krijgt ook nog extra betaald voor deelname in de verschillende commissies in de raad en dat kan aardig oplopen.
Commissarissen in het bedrijfsleven kunnen daarnaast ook nog meerdere commissariaten vervullen en dat is voor de leden van de raad van toezicht van de AFM evenmin mogelijk.

Kortom voor het geld hoef je het bij de AFM niet te doen. Je krijgt een relatief lage beloning en je mag er feitelijk niets bijverdienen.

Het lijkt me dan ook logisch dat mevrouw van Gaal er de brui aan geeft.
Zij is ondernemer en verdient haar inkomen met een scala aan activiteiten.
Om nou elke keer voor een klusje aan Paul Rosenmöller toestemming te moeten vragen is dan niet echt leuk.
Het is dan ook een verkeerde aanname van de AFM om te spreken over "nevenfuncties", ofwel bijbanen.
In feite is de werkelijkheid bij de AFM dat een toezichthoudende functie bij deze instelling een hoofdbaan is.
Helaas kun je van deze hoofdbaan niet leven.
Dat betekent dat mogelijke toekomstige toezichthouders gerekruteerd moeten worden uit een groep die niet afhankelijk is van het inkomen van de functie als toezichthouder.
Anders geformuleerd, personen met een goed pensioen of werk in de universitaire wereld, die het niet erg vinden om voor een relatie lage beloning hun moeilijke werk bij de AFM te doen.
Dat een benoeming bij de AFM de mogelijkheden voor een beter betaalde bijbaan uitsluit moeten ze daarbij voor lief nemen en zich ook kunnen en willen veroorloven.

Ik heb al eerder geschreven dat dit het vinden van goede toezichthouders wel erg moeilijk maakt.

Conclusie
Het valt te betreuren dat er zo weinig openheid is over het aftreden van Annemarie van Gaal.
Dat roept alleen maar speculatie op, zonder dat men de feiten kent.
Dat de minister en mevrouw van Gaal met verschillende verklaringen komen doet de zaak evenmin goed.
Feit is wel dat het voor de AFM moeilijk zal zijn om aan goed toezichhouders te komen.
De beloning is laag en men kan feitelijk verder geen andere (beter betaalde) toezichtfuncties vervullen.
Dat maakt toezichthouder worden bij de AFM een charitatieve daad en dat lijkt me nu niet bepaald een ideale situatie.
De enige oplossing is om met een marktconforme beloning te komen, rekening houdend met het feit dat de leden van de raad van toezicht er verder geen goed betaalde commissariaten bij kunnen vervullen.
Als je echt van mening bent dat toezichthouder bij de AFM een hoofdfunctie is dan moet je er ook goed voor betalen.
Het is echter de vraag of minster Dijsselbloem daar een ton of twee per lid van de raad van toezicht voor over heeft.

zondag 10 januari 2016

De "Deloitte-affaire"

In  de maand oktober van 2015 kreeg het accountantsberoep te maken met een merkwaardige zaak.
De commissarissen van Deloitte vonden het verstandig om na 10 jaar te veranderen van controlerend accountant (EY).
Zoals u ongetwijfeld weet zijn ondernemingen van openbaar belang (OOB) vanaf 1 januari 2016 verplicht om van accountant te wisselen na een periode van 10 jaar (daarvoor was dat acht jaar). Het idee achter de regelgevend is dat het goed is voor de frisse blik en de onafhankelijkheid van de accountant als hij niet veel te lang de jaarrekening van een bedrijf controleert.

Rouleren? niet voor mij!
Nu is Deloitte geen OOB en dus zelf niet verplicht om van accountant te wisselen, maar accountants dienen zelf toch ook wel het goede voorbeeld te geven.
Wat goed is voor de klant kan niet slecht zijn voor accountantskantoren, zou je denken.
Deloitte kreeg het echter moeilijk toen bleek dat de frisse blik van de beoogde nieuwe accountant ertoe zou leiden dat een post goodwill van partners voortaan wel zou worden meegenomen in de jaarrekening.
Veel partners waren het daar niet mee eens en daarom besloot de raad van commissarissen nog vier jaar met de bestaande accountant (EY) door te gaan. Toen deze zaak in de openbaarheid kwam door een artikel in De Telegraaf krabbelde Deloitte terug en besloot men alsnog de zoektocht naar een nieuwe accountant te hervatten.

Hierna hebben de beroepsorganisatie NBA en de grote accountantskantoren besloten om elke vrijblijvendheid uit te bannen en de wisseling verplicht te stellen.

Al met al weer de zoveelste deuk in het imago van de grote accountantskantoren.
Deloitte laat zien lak te hebben aan het navolgen van een regime dat voor de klant wel geldt maar blijkbaar niet voor Deloitte.
Beroepsorganisatie NBA laat zien dat de grote kantoren  alleen met grote druk vanuit de het beroep geneigd zijn hun gedrag te verbeteren.
Deze casus laat echter nog meer zien.

Onafhankelijke commissarissen?
Jan-Willem Wits  stelt in een artikel aan de orde dat de commissarissen bij Deloitte te veel rekening hebben gehouden met de belangen van de aandeelhouders (lees: partners van Deloitte). Daarom is er volgens hem geen sprake van enig onafhankelijk toezicht. Citaat:
"De governance oogt solide maar feitelijk functioneren de externe commissarissen als stempelmachine voor de agenda van de partners van Deloitte."
Ook Gerben Evers van de AFM is in een interview kritisch over Deloitte. Citaat:
"We hebben nadere informatie opgevraagd. Mocht blijken dat goedkeuring is gegeven aan de bezwaren van de partners, dan is dat geen goede governance. Het toont het belang aan van een onafhankelijke raad van commissarissen (rvc). Deloitte heeft tot nu toe een rvc die niet helemaal onafhankelijk is."

Ik moet om beide constateringen toch wel even lachen.
Ruim 1 jaar geleden schreef ik al dat het instellen van een raad van commissarissen bij een accountantskantoor weinig voorstelt.
Bij een "gewoon" bedrijf met aandeelhouders rapporteert de raad van commissarissen aan de aandeelhouders over het door haar uitgevoerde toezicht op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken van de vennootschap.
Het kenmerkende verschil tussen een "gewone' onderneming en een accountantskantoor is dat de aandeelhouders bij Deloitte louter vennoten van de firma zijn.
Dus niet op afstand staande anonieme beleggers maar toonaangevende en bekende eigenaren van de accountantspraktijk waarin zij werkzaam zijn.
Als aandeelhouders in een dergelijke positie komen te verkeren dan is het niet meer dan logisch dat hun eigen belang voorop staat. Dat betekent onherroepelijk dat de leden van de raad van commissarissen te maken hebben met een groep aandeelhouders die moeiteloos alles kunnen afstemmen wat commissarissen willen.
De aandeelhouders van Deloitte hadden ongetwijfeld de benoeming van een nieuwe accountant tegen gehouden als die vanuit een frisse blik tot de constatering komt de goodwill te consolideren.

Natuurlijk kan er in zo'n situatie geen sprake zijn van effectief onafhankelijk toezicht. Zoals de affaire bij DSB heeft laten zien is het geen goede governance als de grootaandeelhouder ook rechtstreeks betrokken is bij de dagelijkse gang van zaken. Dan kan er geen onafhankelijk toezicht meer worden uitgeoefend door commissarissen.
Net als bij DSB is er het grote risico dat aandeelhouders het accountantskantoor als hun eigen bedrijf beschouwen en de raad van commissarissen onvoldoende serieus nemen.
Net als bij DSB wordt de raad van commissarissen dan meer een raad van advies dan van toezicht.

Dat alles is overigens ook de reden dat men bij ondernemingen in het MKB met een directeur-grootaandeelhouder bijna geen raden van commissarissen tegenkomt. Allereerst vanwege de reden dat deze aandeelhouders geen raad van commissarissen nodig hebben om hun werk goed te doen. Ten tweede omdat men geen behoefte heeft aan buitenstaanders in de onderneming.
Daarom ook is het zo vreemd dat men binnen de beroepsorganisatie NBA zo'n groot belang hecht aan
een "onafhankelijke" raad van commissarissen.

Conclusie
De hele affaire toont maar weer eens aan dat de Grote Vier van accountantskantoren veel te veel vanuit hun eigen belang opereren in plaats vanuit het publieke belang.
Daarbij mag men niet al te veel verwachten van het zogenaamde "onafhankelijke toezicht" door commissarissen bij accountantskantoren.
Het gaat me iets te ver om de raad van commissarissen te betitelen als "stempelmachine" zoals Jan-Willem Wits stelt. Ik moet echter wel bekennen dat deze casus aantoont dat commissarissen bij deze organisaties van aandeelhouders die tevens eigenaren zijn einig ruimte zullen krijgen om tegen hun (eigen)belangen te handelen.
Dat betekent tevens dat er van een serieuze rol als commissaris er bij dit soort instellingen geen sprake kan zijn.
Ik kan u wel verklappen dat ik om die reden nooit een uitnodiging zal aanvaarden om commissaris te worden bij dit type ondernemingen.