"Na drie mislukte pogingen voor een overname van PostNL lanceerde BPost woensdagavond een vierde overnamevoorstel. Het Belgische postbedrijf verhoogt de prijs van het bod tot €5,75 per aandeel PostNL, bijna €0,38 boven de waarde van het vorige bod. Daarnaast geeft het bedrijf garanties omtrent de Nederlandse zorgen over het aandeel van de Belgische staat in het bedrijf. Volgens Bpost is het bod het 'beste en laatste voorstel'."Ik moest gelijk weer denken aan de woedende reacties van kamerleden op het eerste bod. Daarbij was die van PvdA-kamerlid Mei Li Vos in de Telegraaf van 12 november de meest opvallende:
"Ik ben ontzettend voor vrijhandel, maar dat betekent niet dat we alles maar aan de kapitalistische honden over moeten leveren."Voor de Tweede Kamer is de maat vol, volgens hen wordt de BV Nederland "verkwanseld" aan het buitenland.
Nu zou je van mevrouw Vos een goed onderbouwde reactie mogen verwachten. Deze politica is immers universitair afgestudeerd in de politicologie en zelfs gepromoveerd.
Dan verwacht je niet een nogal onlogische redenering dat je wel in vrijhandel gelooft maar niet in de gevolgen van een vrije markt.
Dan verwacht je evenmin dat de statige Belgische Bpost wordt uitgemaakt voor een kapitalistische hond, terwijl je heel goed weet de Belgische overheid de meerderheid van de aandelen bezit.
De onderbuik wint het hier duidelijk van het gezond verstand. Je zou bijna zeggen dat al ons gemeenschapsgeld voor haar studie slecht besteed is.
In een vrije Europese markt geeft uiteindelijk de betaalde prijs de doorslag, omdat dan de aandeelhouders zullen instemmen met de overname en hun aandelen aan de overnemende partij zullen verkopen.
Zo werkt dat in een vrije handel.
Natuurlijk kan het bestuur van PostNL nog tegenstribbelen en het bod afwijzen. Natuurlijk kan de beschermingsconstructie van PostNL worden geactiveerd. Met een zogenoemde gifpil kan de Stichting Continuïteit PostNL ervoor zorgen dat PostNL niet wordt overgenomen. Deze bevriende stichting kan met de uitgifte van nieuwe aandelen PostNL ervoor zorgen dat het totaal aantal aandelen meer dan verdubbelt. Die nieuwe aandelen worden geplaatst bij de stichting die daarmee een meerderheid van de aandelen krijgt en dus een meerderheid in PostNL. Zo wordt de aanvaller buitenspel gezet, omdat deze nooit de meerderheid van de aandelen kan verkrijgen.
Ik teken daarbij aan dat de Hoge Raad met de RNA-beschikking in 2003 een algemeen toetsingskader heeft geformuleerd voor het toelaten van een dergelijke constructie:
- de bescherming moet noodzakelijk zijn om tijdelijk de status quo binnen de vennootschap te bewaren;
- de (tijds)ruimte die door de bescherming wordt gecreëerd, moet worden benut voor verder overleg tussen de betrokken partijen; en
- de wijze waarop de bescherming gestalte krijgt, moet adequaat en proportioneel zijn ten opzichte van het (gepercipieerde) dreigende gevaar.
Een beschermingsconstructie in beginsel niet verder kan strekken dan dat het bestuur en de raad van commissarissen gedurende een zekere tijd de gelegenheid wordt gegeven zich te vergewissen van de voornemens van een aandeelhouder die overwegende zeggenschap wenst te verkrijgen, om met hem te kunnen overleggen over diens opvattingen over het door hem wenselijk geachte beleid.In mijn bespreking van de beschermingsconstructie bij Fugro gaf ik al aan dat de meningen verdeeld zijn over de effectiviteit van een beschermingsconstructie.
Ik schreef toen:
"Bescherming is comfortabel voor het bestuur omdat ze daarmee een vijandige koper (tijdelijk, want de meeste beschermingsconstructies gelden maar voor een bepaalde tijd) op afstand kunnen houden.Voor de aandeelhouder is bescherming niet zo gunstig omdat ze daardoor een minder gunstig bod op de aandelen ontvangen.Door de inzet van een beschermingsconstructie staan de zittende aandeelhouders ook ineens buiten spel, omdat ze niets meer te vertellen hebben.Dat betekent ook dat het bestuur aan de macht is en meer te zeggen heeft dan de aandeelhouders.Deze (tijdelijke) onbalans in de zeggenschapsverhoudingen is in principe geen goede zaak.De reden daarvoor is dat het allerbelangrijkste principe van aandeelhouderschap (one share, one vote) daarmee wordt doorbroken.Natuurlijk kan het bestuur stellen dat de beoogde overname niet in het belang is van de vennootschap.Uiteindelijk zijn het de aandeelhouders die daarover in de aandeelhoudersvergadering moeten beslissen."Ook in dit geval geldt deze redenering.
Ongeacht wat de politiek daar nu van vindt.
Wil men dit veranderen dan moet er nieuwe wetgeving komen om er voor te zorgen dat de voor ons land belangrijke ondernemingen niet in buitenlandse handen vallen.
In dat licht bezien is het ronduit belachelijk dat de Tweede Kamer een motie heeft aangenomen (van mevrouw Vos) waarin de Stichting Continuïteit PostNL werd verzocht "de beschermingsconstructie in werking te zetten."
Voor alle duidelijkheid, daarover gaat ons parlement niet. De stichting heeft niets te maken met wat de Kamer daarvan vindt. Dat weet me in politiek den Haag natuurlijk ook wel, maar dit geeft wel aan hoe warrig men omgaat met voormalige staatsondernemingen die men heeft geprivatiseerd.
Dit wil overigens niet zeggen de Nederlandse overheid helemaal machteloos staat tegenover Bpost. Een overname zal namelijk wel moeten voldoen aan de eisen van de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Als een samensmelting van de twee postbedrijven te veel marktmacht oplevert, kan de deze extra voorwaarden stellen.
Ondertussen neemt de druk toe van drie grootaandeelhouders willen dat het concern alsnog praat met de Belgen.
Wordt vervolgd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten